Het gebied aan beide zijden van het Nordfjord is erg bijzonder om te bezoeken. Je vindt er onder andere het vogeleiland Runde, de stad Ålesund die op verschillende eilanden in de Atlantische Oceaan gebouwd is, de talloze gletsjertongen die vanaf de grote gletsjer Jostedalsbreen de verschillende dalen bereiken, en natuurlijk de beroemde Geirangerfjord, de Trollstigen en de Atlantische weg. In feite heeft dit gebied zoveel te bieden dat je er een hele vakantie kunt doorbrengen…
De Kjenndalsbreen, Bødalsbreen en Briksdalsbreen
Onze rondrit begint in het flinke bergdorp Stryn. We rijden zuidwaarts langs het Innvikfjord naar het dorpje Loen. Bij helder weer zou je hier de Skylift Loen naar boven kunnen nemen. Deze steile kabelbaan brengt je naar de top van Mount Hoven, waar je een prachtig uitzicht hebt over de bergen, de gletsjer en natuurlijk het fjord dat onder je ligt. Boven zijn prachtige bergwandelingen te maken, ook kortere. Als er net een groot cruiseschip heeft aangelegd, staan er lange rijen voor de kabelbaan, dus dan is het boven ook erg druk.
Bij Loen gaat een smal weggetje, Fv 723, zuidwaarts. Dit weggetje loopt langs het prachtige Loenvatnet. Bij dit meer zijn verschillende rampen gebeurd, doordat meerdere keren een stuk berg in het water is gestort en een grote vloedgolf heeft veroorzaakt. In het restaurant langs de weg zijn de verhalen van deze rampen te lezen. Het stuk berg dat is afgebroken, is duidelijk zichtbaar in het meer, en ook de herdenkingsplaats met informatie bij het meer is voor veel mensen een stop waard.
Als we het weggetje doorrijden, komen we bij een charmant tolstationnetje. Hier doe je het verschuldigde bedrag in een envelopje, waar je zelf het kenteken van de auto hebt opgeschreven. Je kunt dan zelf de slagboom openen. Een kwartiertje later arriveer je dan bij de kleine parkeerplaats bij de Kjenndalsbreen.
Deze gletsjertong bereik je door het wandelpaadje langs de rivier met ijsbrokken te volgen. Je waant je daar alleen op de wereld in een overweldigende natuur, met steile bergen, vele kletterende watervallen en natuurlijk zicht op de machtige gletsjertong boven je hoofd.
Een andere gletsjertong die je vanaf dit weggetje, Fv 723, kunt bereiken, is de Bødalsbreen. Bij het bruggetje dat over de rivier loopt (ongeveer 10 kilometer rijden vanaf Loen), staat een bordje dat je linksaf een hobbelig pad op stuurt. Ook hier wordt wat tol voor gevraagd. Het pad leidt je langs de indrukwekkende waterval Huldrefossen naar een parkeerterrein. Van daaruit is het nog een uurtje wandelen door geweldig mooi ruig gebied naar de gletsjertong Bødalsbreen. Als je omhoog kijkt, zie je de gletsjer Jostedalsbreen boven je hoofd…
Ook hier is het niet erg toeristisch; de grote touringcars zullen dit pad mijden. Deze gaan liever naar de nabijgelegen Briksdalsbreen, een gletsjertong die je via de Fv 724 bereikt. Vanaf Olden loopt dit weggetje door werkelijk geweldig mooi gebied langs het gletsjermeer naar de Briksdalsbreen. Hier is een groot parkeerterrein met een bezoekerscentrum.
Voor wie de wandeling van ongeveer 45 minuten naar de gletsjertong te zwaar vindt, zijn elektrische treintjes beschikbaar. Deze zetten je vlakbij de gletsjertong af, waarna je na zo’n tien minuten lopen over gemakkelijk terrein zicht hebt op de gletsjertong. Deze trekt zich duidelijk zichtbaar terug; ik heb onze foto’s van 2008 met de foto’s van dit jaar vergeleken en het is echt schrikken. De Briksdalsbreen is ondanks alle toeristische activiteit toch echt een prachtige bestemming. Zeker als je daar in de buurt logeert of er kampeert (er zijn prachtig gelegen campings en vakantiehuisjes vlakbij), zou je na het vertrek van de touringcars juist in de avond in alle rust dit geweldige gebied kunnen verkennen.
De Strynefjell
We rijden Stryn westwaarts uit en rijden dan al snel langs het mooie groene Oppstrynsvatnet. Ook hier ligt weer een prachtig gelegen camping direct aan het meer, en een eindje verderop zien we ook het bezoekerscentrum Jostedalsbreen Nasjonalparksenter, een gebouw dat er gezellig uitziet en prachtig uitkijkt over het bergmeer.
De omgeving hier is wonderschoon, en als je tijd over hebt is het dan ook zeker de moeite waard om hier de drukkere hoofdweg Rv 15 te verlaten en de bergweggetjes naar de kleine gehuchten bij het meer in te slaan.
Als we uiteindelijk bij Videseter de bergen in slingeren, komen we aan bij het uitzichtpunt waar we de machtige Videfossen-waterval kunnen bekijken. Hiervandaan kunnen we de Gamle Strynefjellsvegen Fv 258 inrijden. Deze oude bergweg is een groot deel van het jaar door sneeuwval niet berijdbaar.
De Strynefjell is een zomerskigebied, en tot vroeg in de zomer kan men hier dan ook skiërs in actie zien, soms zelfs in korte broek! De bergweg is smal en avontuurlijk; met tegenliggers is het even zoeken naar een oplossing om elkaar zonder schade te kunnen passeren.
Maar de omgeving is geweldig imposant en zeker een van de hoogtepunten van de reis! De weg 258 komt uit bij Grotli; van daaruit kun je de nieuwe tunnelweg Rv15 weer terugnemen naar Stryn, of doorrijden richting Lom in de Jotunheimen.
De Golden Route (Rv 63 van Grotli naar Åndenes)
Deze route wordt door velen gekozen. Deze prachtweg loopt vanaf het Langvatnet aan de Rv15 via Geiranger. Je steekt met de veerdienst Eidsdal-Linge over en rijdt verder langs Valldal naar de Trollstigen, om vlakbij Åndalsnes op de E136 uit te komen.
Dit is een route die eigenlijk elke Noorwegenganger liefst in beide richtingen een keer gereden zou willen hebben. Vanaf het Langvatnet aan het begin van de weg 63 stijgt de weg snel tot aan het berghotel Djupvasshytta. Hier slaat een tolweg naar rechts af naar het bijzondere uitzichtpunt Dalsnibba. Dit uitzichtpunt ligt zo’n 400 meter hoger. Via een smalle weg vol haarspeldbochten bereik je het platform.
Hier heb je met helder weer prachtig uitzicht op de besneeuwde bergtoppen rondom, en ver beneden je zie je het Geirangerfjord liggen. De Dalsnibba is met helder weer één van de mooiste uitzichtpunten van Noorwegen, vind ik.
We vervolgen onze weg naar Geiranger, en hoe dichter we het kleine dorpje naderen, hoe drukker het wordt. Op vele parkeerplaatsen met uitzichtpunten als ‘Flydalsjuvet’ en ‘Geiranger Rock’ is het een drukte van belang.
Het dorpje leeft uiteraard grotendeels van het toerisme, met rondvaartboten en vele sportieve activiteiten, met de bijbehorende souvenirwinkels en horecagelegenheden.
Zeker in de drukke zomermaanden (en dan vooral overdag) is het er voor menig Noorwegenliefhebber te druk. Maar als onderdeel van een geweldig mooi traject is het rijden van de Rv 63 (de Golden Route genoemd) toch ook zeker een belevenis, en als je een paar kilometer het dorpje uitgereden bent bevind je je alweer in een overweldigende natuur met prachtige uitzichten, waar je dan weer grotendeels zonder mensenmassa’s van kunt genieten.
Na de laatste souvenirwinkels rijd je nog een kilometer langs de waterkant, waarna de eerste scherpe bocht van de Ørnesvegen (de Adelaarsweg) zich aandient. Een geweldig mooie weg met fenomenale uitzichten op het Geirangerfjord en de watervallen die langs de steile wanden naar beneden storten. Er is hard gewerkt om de parkeerplaatsen bij de vele uitzichtpunten overzichtelijk te houden, maar houd zeker rekening met kriskras geparkeerde auto’s en haastig overstekende fotografen…
Overigens zou je het dorpje Geiranger ook nog via het water kunnen bereiken. Vanuit Hellesylt vaart een veerboot door het beroemde Geirangerfjord naar Geiranger en weer terug. Aan boord wordt ook in verschillende talen informatie gegeven over de bezienswaardigheden die je vanaf de boot goed kunt bekijken, zoals de watervallen ‘de Vrijer en de Zeven Zussen’ en verschillende bergboerderijen hoog boven je hoofd.
De Ørnesvegen komt na een kilometer of 10 aan bij de veerpont Eidsdal-Linge. Hierna volgen we weg 63 rechtsaf richting Åndalsnes. Maar even voorbij Valldal kun je alweer voor een bezienswaardigheid parkeren. Aan de rechterhand zie je vanaf de weg de kloof nauwelijks liggen, maar als je uitstapt en over de stalen constructie wandelt, zul je zeker onder de indruk raken van de Gudbrandsjuvet, een kloof met een wildbruisende rivier. Op het bijgaande informatiebord is te lezen dat daar een ridder, genaamd Gudbrund, met een gekidnapte bruid over de kloof sprong om aan zijn achtervolgers te ontkomen.
Dames roven was blijkbaar een geliefde bezigheid van de ridders in die tijd, want een dergelijke legende is bij de Ridderspranget (in Valdres) ook al opgetekend…. Hier kom ik in het verhaal over centraal-Noorwegen vast nog op terug. In deze streek zijn ook veel jettegrytene te vinden, dat zijn kolkgaten, grote ronde gaten in de rotsen die zijn uitgesleten door ronddraaiende stenen.
We vervolgen weg 63, en deze leidt niet lang daarna naar haar letterlijke hoogtepunt: De Trollstigen (het Trollenpad). Deze zal niet ongemerkt voorbij gereden kunnen worden: een flink parkeerterrein en veel bedrijvigheid met souvenirwinkels en wat horecagelegenheden.
Deze staan hier niet geheel zonder risico, want deze winter is een restaurant buiten gebruik geraakt door een sneeuwlawine. Maar het moet gezegd: de stalen constructie waar je overheen kunt wandelen biedt geweldige uitzichten over het diepe dal met haar kronkelende verkeersweg en zo sta je daar te kijken met het gebulder van de prachtige waterval Stigfossen naast je: het is een machtige ervaring.
We verlaten de parkeerplaats bij het uitzichtpunt en beginnen aan de afdaling. De Trollstigen is een toeristische attractie van jewelste, en touringcars, campers, motor- en autoclubs nemen deze weg dan ook graag in hun reisplan op. De weg is hier en daar smal, dus het rijden van deze bergweg is een uitdaging. Maar met wat geduld kom je vanzelf in het dal aan. Als je de mogelijkheid hebt om deze weg te berijden buiten de drukke tijden, zou ik dat zeker aanraden!
We naderen de driesprong waar de Rv 63 de E136 kruist. Maar voor wie in alle rust even de Trollveggen van dichtbij wil bekijken, slaat kort voor het bereiken van deze driesprong even het weggetje rechts in, dus voordat je de rivier Rauma oversteekt. Het wordt aangegeven met “Nora Gård 0,3 km”. Dit smalle weggetje volg je tot het een paar kilometer verderop op het erf van Fiva House doodloopt.
Hier kun je in de berm parkeren en een stukje doorlopen. Je komt dan onderaan de Trollveggen te staan, een loodrechte bergwand van 1000 meter hoog. Imposant! Vanaf de E136 (rijrichting Dombås) kun je in het Trollveggen Bezoekerscentrum meer over deze spectaculaire bergwand te weten komen.
In het centrum van Åndalsnes is, hoe kan het ook anders, het Norsk Tindesenter te vinden, dat de bergsport belicht. Er is zeker ook goede informatie te vinden over mooie wandelingen in de buurt, zoals de tocht naar de Romsdalstrappa of de Litlefjellet.
De omgeving leent zich erg goed voor flinke wandelingen, maar ook bijvoorbeeld voor mountainbiken. Of gewoon lekker bij het prachtige Romsdalsfjord zitten… adembenemend.
Als je even wat anders wilt, zou je met de Raumabaan een prachtige treinrit kunnen maken, bijvoorbeeld naar Bjørli of het verderop gelegen Dombås. De rit behoort tot de toppers van Noorwegen, en gaat ook over de beroemde Kyllingbru. Op dit traject is een scène van een van de Harry Potter-films opgenomen.
In de zomer fungeert dit treintraject ook als toeristentrein. Dan stopt de trein even bij de Kyllingbru zodat de wilde waterval Vermafossen even op de foto gezet kan worden. Ook bij de Trollveggen is een extra stop gepland.
Wij reden de RV63 in twee delen dit voorjaar. Wij kwamen uit het noorden, dus vanaf Åndalsnes, en waren van plan de weg vandaar zuidwaarts te volgen naar Geiranger en dan verder tot aan Stryn.
Begin juni lag er nog veel sneeuw, en weg 63 was vanaf de top van de Trollstigen naar Geiranger onbereikbaar. We hebben dus vanaf Åndalsnes eerst een retourtje Trollstigen gereden, en de volgende etappe zijn we via Sjøholt, Liabygda – Stranda en Hellesylt naar de regio Stryn gereden.
Daarvandaan hebben we een dag later een dagtrip over de RV63 naar Geiranger gemaakt. Deze weg was toen net weer geopend. Door de sneeuw van voorgaande dagen was Geiranger dus vanaf twee kanten onbereikbaar…. Dit is dus iets om rekening mee te houden als je vroeg of juist laat in het seizoen in deze streek wilt rondtrekken.
De Atlantische weg, de Trollkirke en het Eikesdal.
Vanuit Åndalsnes rijden we langs het prachtige Romsdalsfjord naar Åfarnes. Vlakbij de mooi gelegen camping Herje steekt een veerboot over naar Solsnes, dat op een eiland ligt. Vervolgens rijden we naar Molde. Dit stadje aan het water heeft een mooi uitzichtpunt dat per auto of te voet (uurtje lopen) bereikbaar is. De berg heet Varden en wordt vanuit het centrum aangegeven; het uitzichtpunt geeft een prachtig overzicht over de archipel.
Bij Moen slaan we weg 64 in. Al snel zien we een grote parkeerplaats bij het begin van de wandeling naar de Trollkirke. Dit is een flinke klim naar boven; wij waren er totaal een uur of 5 zoet mee. Maar… geweldig. De Trollkirke is een grot met een ondergrondse rivier en zelfs een waterval! Er lag eind mei nog veel sneeuw bij de ingang van de Trollkirke, dus deze wandeling maar niet in het vroege voorjaar op het programma zetten.
Na dit avontuur reden we de Atlantische weg op. Deze iconische weg, waar ook James Bond wel eens overheen is gescheurd, verbindt de eilanden via bruggen met het vasteland. De weg is tegenwoordig tolvrij. Er zijn mooie uitzichtpunten gemaakt, en vooral bij onstuimig weer of bij zonsopgang/ondergang is deze weg een belevenis!
We besloten de terugweg via de kust te rijden en kwamen via een mooie route met veel frisse zeelucht aan in het vissersplaatsje Bud. Hier is een oude geschutskoepel te vinden waarmee de Duitsers een flink stuk oceaan konden bestrijken. Het dorpje is klein maar gezellig.
Vanaf Åfarnes zou je ook het Langfjord kunnen volgen naar Eidsvåg en vervolgens richting Sunndalsøra. Bij Eresfjord loopt een prachtige weg door het Eikesdal, de Aursjøvegen (Fv 191). De tol moest een tijdje geleden nog contant betaald worden. Maar bij onze reis in 2023 kwamen we op andere tolwegen ook een camera tegen die je automatisch herkent als je je registreert via www.passpay.no.
Eerst kom je langs het mooie Eikesdalmeer, met mooie strandjes. Hier zijn ook mooi gelegen campings, en voor de caravanners onder ons is dit een prima gelegenheid om de caravan daar achter te laten. De Aursjøvegen is namelijk niet geschikt om met caravan te berijden.
De Mardalsfossen-waterval is wandelend te bereiken via een spannend bospad. Deze waterval heeft de hoogste vrije val van Noorwegen, maar alleen in de zomermaanden is deze niet gereguleerd. De wandeling vraagt in totaal ongeveer 2 uur. Na het dorpje Eikesdal gaat de weg steil omhoog, de Aursjøvegen begint.
Deze avontuurlijke weg heeft geweldige uitzichten, bergmeertjes, kolkgaten (in de zomer kun je daar zelfs in zwemmen), picknickplaatsen en zelfs een berghut Aursjøhytta, waar je in de zomer iets kunt eten. Het hoogtepunt van deze weg is het uitkijkpunt Aurstaupet, dat ongeveer een halve kilometer wandelen vanaf de weg ligt. Adembenemend!
De weg loopt verder langs het stuwmeer Holbudammen en komt na het mooie Litldalen bij Sunndalsøra weer op de hoofdweg 62 uit. Voor deze onvergetelijke rondrit kun je gerust een hele vakantiedag uittrekken. De Aursjøvegen is door de winterse omstandigheden op de hogere gedeelten van de weg meestal pas vanaf half juni berijdbaar.
Het beste is uiteraard om deze rit met helder weer te rijden; het kan boven in de bergen mistig zijn. Het is een uitdagende weg met steile afgronden en een lange donkere tunnel die door de berg omhoog cirkelt. Het is voor fietsers dan ook belangrijk om goed zichtbaar te zijn.
Ålesund en de eilandenkust
Als we bij Åndalsnes westwaarts rijden, volgen we de zuidoever van de Romsdalsfjord. Het is een vlot rijdende weg die mooie uitzichten op het fjord geeft. Bij de Tresfjordbrug kun je ervoor kiezen de doorgaande weg naar Skodje en Ålesund te nemen. Maar wie nog tijd over heeft, neemt de mooie kustweg 661, om via het Ellingsøya de onderzeetunnel naar Ålesund te nemen. Prachtige uitzichten gegarandeerd…
Ålesund is een kuststad gebouwd op verschillende eilanden. Het centrum van de stad is gebouwd in kleurige Jugendstil bouwstijl. Dus een stadswandeling is leuk om te doen. Vanaf de berg Aksla, die via een wandelpad/trap vanuit het centrum te bereiken is, heb je een geweldig uitzicht over de archipel en de stad. Het koudwateraquarium Atlanterhavsparken in Ålesund is echt bijzonder om te bezoeken.
Het geeft een goed beeld van het zeeleven in deze omgeving. Op gezette tijden gaan ook duikers te water om de vissen te voeren, waar je in het grote aquarium getuige van kunt zijn. In de buitenverblijven kun je pinguïns, zeeotters en zeehonden in hun min of meer natuurlijke habitat bekijken.
Het Aalesunds Museum vertelt onder andere over de grote brand van 1904, maar heeft ook nog veel bijzondere stukken zoals de telefoon van Graham Bell en een tandartspraktijk en schoonheidssalon uit vroeger tijden… Ook liefhebbers van scheepvaart en visserij steken hier vast nog wel wat van op. Een bijzonder en gevarieerd museum!
We rijden zuidwaarts over de eilanden, die verbonden worden door tunnels en veerboten. Het flinke vissersdorp Ulsteinvik ziet er gezellig uit. Vanuit Ulsteinvik loopt een doodlopende weg, Fv25, langs de kust naar het gehucht Flø. Hiervandaan loopt een nog kleiner weggetje naar de Roppehornet. Om dit mooie uitzichtpunt te bereiken, maak je een niet al te zware wandeling omhoog, ongeveer een uurtje heen en een uurtje terug.
Maar de bezienswaardigheid in deze regio is de wandeling over het eiland Runde. Om het eiland te bereiken, rijd je over een lange smalle brug met wat uitwijkplaatsen die wij stiekem ook wel eens gebruikten om wat foto’s te schieten… want de kustlijn met al die eilandjes is werkelijk fantastisch mooi.
Eenmaal op het eiland volg je de weg naar het gehucht Goksøyr. Hier is een kleine camping te vinden. Bij de receptie van deze camping is ook informatie te vinden over de wandelroutes over het eiland. Ik zou jullie graag willen verwijzen naar de informatie die de website van Piet Smulders geeft. Via de zoekterm “Runde Piet Smulders” krijg je eigenlijk alle informatie die je wilt hebben.
Het dunbevolkte eiland Runde (ongeveer 100 inwoners) wordt vooral bezocht door natuurliefhebbers die de vele verschillende vogelsoorten willen bekijken. Veruit het meest populair en fotogeniek zijn de kleurige papegaaiduikers, koddige kleine vogels die rond zonsondergang van zee terugkeren naar de steile rotswand. Ze zijn niet erg schuw, dus met een telelens zijn ze goed op de gevoelige plaat vast te leggen.
Soms zelfs met de grote bontgekleurde snavel vol waar verschillende ongelukkige visjes nog uit bungelen… Toch hoef je niet per se een bevlogen ornitholoog te zijn om van deze wandeling te genieten. De hele entourage van de hoge kliffen, de wilde zee diep beneden je en de prachtige kustlijn, met vaak prachtige wolkenpartijen, maakt dat wij er altijd graag terugkomen!
De wandeling naar Runde begint bij het parkeerterrein direct na de tunnel, waar een steil verhard pad de hoogte in gaat. Na zo’n 10 minuten flink hijgen kom je op de grasvlakte uit. Er liggen wat planken om je over de meest drassige stukken te leiden, maar ook de stukken tussen de planken zijn vaak behoorlijk zompig. Houd hier dus rekening mee bij de keuze van de schoenen.
Telelens en verrekijker maar mee, er zweven ook zeearenden over de eilanden. Tijdens het broedseizoen is het echt belangrijk om in de buurt van de paden te blijven, aangezien sommige vogels, zoals de Grote Jager, behoorlijk assertief kunnen zijn met hun dreigende scheervluchten vlak boven je hoofd… Gelukkig ontlopen de hoofdpaden hun broedgebied.
Wie deze wandeling gaat maken, kan het beste niet al te vroeg in de avond het eiland op gaan. Het kan namelijk tegen tienen zijn voordat je weer beneden bent, dus het is verstandig om dan al een slaapplaats geregeld te hebben. Het kan er flink winderig zijn, dus warme en winddichte kleding is aan te raden.
Als we verder zuidwaarts trekken, zouden we de Westkaap (Vestkapp) nog kunnen bezoeken. Deze vaak winderige plek is gelukkig veel minder toeristisch dan zijn veel noordelijker gelegen beroemde broer. Als je in de zomermaanden het smalle bergweggetje (tol nok 50) afrijdt, kun je in het café nog wel de bekende Noorse wafel bemachtigen, maar kaap-diploma’s, speciale postzegels of andere flauwekul zijn hier niet te vinden.
Maar wel veel ruimte, natuur, steile kliffen en een groots uitzicht! Als je naar het zuiden tuurt, zie je bij helder weer de vuurtoren Kråkenes bij Maløy liggen.
We vervolgen onze weg verder in zuidelijke richting en komen na een mooie tocht uiteindelijk in het vissersplaatsje Maløy uit. Als je geluk hebt met het weer, zou je daar het mooie Refnikstrand kunnen bezoeken. Het witte strand staat bekend als een van de mooiste stranden van Noorwegen.
Anders kun je een mooie wandeling over de rotsen maken naar de vuurtoren Kråkenes, of een bezoekje brengen aan de bekendste steen van Noorwegen, de Kannesteinen, die bij het dorpje Oppedal ligt. Van daaruit leidt een leuke, makkelijke wandeling naar de 3 meter hoge rots die zijn bijzondere vorm dankt aan eeuwenlange erosie door golven, wind en ijs.
In Maløy staat het Raid Senteret, een museum gewijd aan een belangrijke gebeurtenis in de Tweede Wereldoorlog. De brug van Maløy is met 1200 meter lengte indrukwekkend en komt uit in het centrum van Maløy. Hier zijn nogal wat mooie muurschilderingen te zien, die door een lokale kunstenares op kale muren zijn aangebracht.
We zijn dan uiteindelijk aangekomen aan de noordoever van de Nordfjord. We hebben een prachtige rondrit door het westelijk fjordengebied gemaakt. Er wacht ons nog een mooie terugweg naar Stryn langs het mooie Hornindalsvatnet. Dit meer is met een diepte van meer dan 500 meter het diepste meer van Europa.
We sluiten de reis in stijl af met een bezoek aan Sagastad Vikingsenter in Nordfjordeid. Hier kom je van alles te weten over de tijd van de Vikingen. Er ligt een groot gereconstrueerd vikingschip, de Myklebust. Er draait een film, en het moderne museum heeft tal van technische interactieve snufjes. Na dit moois rijden we de E39 naar Lote op, en volgen daar de smalle Panoramaweg Fv 698 die langs de noordoever van het Nordfjord leidt.
Zoals de naam van de weg al voorspelt staat deze weg weer garant voor veel fotostops, onder andere bij de Sagedammen. Bij Faleide slaan we weg 15 in, richting Stryn, het beginpunt van deze tocht. We hebben er weer een prachtige rondreis opzitten!